Gemiddeld genomen gaat het helemaal niet slecht met de pensioenen van Nederlanders. Maar er is wel veel variatie. Ongeveer een kwart van de huishoudens bouwt te weinig pensioen op en een kwart relatief veel.

Dat concluderen onderzoekers van pensioeninstituut Netspar, op basis van een uitgebreide studie naar de pensioenopbouw in Nederland. Marike Knoef licht de uitkomsten toe in een video-interview met discussieplatform Me Judice (zie hieronder).

Een bekend norm voor de pensioenopbouw is dat je via het staatspensioen AOW en het werkgeverspensioen een inkomen opbouwt dat gelijk staat aan ongeveer 70 procent van je gemiddelde loon. Maar hoe zit dat in de praktijk?

Kijk je naar de gemiddelde uitkomsten voor Nederlandse huishoudens, dan ziet het er niet zo slecht uit, geeft onderzoeker Knoef aan. Een doorsnee huishouden bouwt met AOW en werknemerspensioen ongeveer 71 procent van het inkomen op als pensioen. Tel je daar vrije besparingen zoals aandelen, spaargeld en ondernemersvermogen bij op dan kom je op gemiddeld 77 procent.

Meer individueel maatwerk pensioenopbouw nodig

Maar rond het gemiddelde is er veel variatie. Een kwart van de huishoudens bouwt minder dan 66 procent van het gemiddelde inkomen op als pensioen en een kwart méér dan 103 procent.

Knoef merkt verder op dat de fiscale versobering van de pensioenopbouw die de afgelopen jaren is doorgevoerd, vooral jongere generaties raakt. Aan de andere kant verwachten jongeren veelal tot hu 68ste te moeten werken en dat zou compensatie bieden voor de lagere opbouw.

Per saldo is het volgens Knoef goed als ideeën worden doorgevoerd om het huidige pensioenstelsel anders in te richten, met meer oog voor individueel maatwerk. Dan kan beter worden ingespeeld op groepen die óf te weinig óf te veel pensioen opbouwen.

Zie het interview van Marike Knoef met Me Judice.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl